Patiënten met pijn op de borst die niet veroorzaakt wordt door een vernauwing van de kransslagaders, kennen vaak niet de oorzaak van hun klachten. Bij deze patiënten wordt vaak een coronaire functietest (CFT) uitgevoerd.

De coronaire functietest (CFT) bestaat uit een hartkatheterisatieHartkatheterisatie is een ingreep waarbij de arts de bloedvaten van het hart in beeld brengt. Dit gebeurt met een dun slangetje, een katheter. Hiermee kan de arts via de bloedvaten bij het hart komen. Meer en het verrichten van enkele metingen. Deze metingen geven inzicht in het functioneren van de kleine bloedvaten rondom het hart. Afwijkingen in de allerkleinste vaatjes kunnen serieuze klachten veroorzaken. Vrouwen hebben hier vaker last van dan mannen.

De onderdelen van het CFT onderzoek

Eerste meting (met acetylcholine)
Aan het begin van de test wordt via de pols of lies een draad bij de patiënt naar binnen gebracht om de kransslagvaten te bekijken. Daarna worden verschillende stoffen toegediend. De eerste stof die wordt toegediend is acetylcholine, dit is een middel dat een verkramping (ook wel: spasmen) kan vaststellen. Als een spasme de oorzaak is en door het medicijn wordt uitgelokt, kan de patiënt opnieuw pijn op de borst voelen of kortademig worden. De patiënt kan dan precies de klacht ervaren waarvan hij last heeft. Hier wordt tijdens de hartkatheterisatieHartkatheterisatie is een ingreep waarbij de arts de bloedvaten van het hart in beeld brengt. Dit gebeurt met een dun slangetje, een katheter. Hiermee kan de arts via de bloedvaten bij het hart komen. Meer naar gevraagd.

Als er een spasme wordt gezien, wordt een medicijn gegeven dat het spasme weer tegengaat. Hierdoor zakt de pijn op de borst weer af. Voordat de interventiecardioloog doorgaat met de volgende meting wordt gecontroleerd of de kransslagvaten weer ontspannen zijn.

Tweede meting (met adenosine)
De volgende meting wordt gedaan met het medicijn adenosine, dat via een infuus wordt toegediend. Om de meting te kunnen uitvoeren wordt een speciaal meetdraad in de kransslagvaten gelegd. Adenosine kan bij de patiënt een warm of beklemmend gevoel op de borst geven. Dit kan als erg vervelend worden ervaren maar is ongevaarlijk. Na ongeveer 3 minuten wordt het infuus stop gezet en verdwijnen de klachten bijna direct. Soms is het nodig om een tweede keer adenosine te geven.

Met behulp van adenosine kunnen we de bloedstroomsnelheid en weerstand in de kransslagvaten meten. De bloedstroomsnelheid en weerstand zegt iets over de functie van de grote en kleine vaten.

Deelnemende CFT centra in Nederland

NL-CFT deelnemende centra

Verschil tussen mannen en vrouwen
Vernauwingen in de kransslagaders kunnen hartklachten veroorzaken. Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij mannen zitten de vernauwingen meestal in een grotere tak van de kransslagaders op één specifieke plek. Bij vrouwen zijn de vernauwingen vaak over een grote lengte aanwezig en bevinden zich ook vaker in de iets kleinere bloedvaten.

Richtlijnen voor cardiologen:

NVVC Leidraad - Pijn op de borst zonder obstructief conorairlijden

COVADIS

Bron: De Hartstichting &  Radboud UMC